Soort oefenstof: Randori tachi waza oefeningen
Doelgroep: Alle leeftijden
COPYRIGHT: Onderstaande oefeningen en spelvormen zijn indirect overgenomen van een artikel “Periodisering van Randorivormen”geschreven door Sensei Raf Tits www.judolabo.be
- Blinde randori.
Een van beide judoka’s houdt zijn ogen gesloten tijdens de randori. De ziende judoka houdt de rand van de mat in de gaten en de afstand van de andere koppels.
Doel: De judoka’s ontwikkelen een betere timing door op gevoel te oefenen.
- Groetceremonie-randori.
Een groep judoka’s staan in twee rijen tegenover elkaar op 4m afstand. Zij volbrengen voor en na de randori telkens de groetceremonie en schuiven dan 1 plaatsje door.
- Tijdsdruk randori.
Probeer in een steeds kortere tijd te scoren.
- Handklap randori.
Zodra een judoka een score maakt (koka) spurt hij naar de trainer en tik hem in zijn hand.
Doel: De judoka’s worden gestimuleerd om veel te scoren.
- Wie blijft er over randori.
Twee judoka’s beginnen een randori, de judoka die het eerst een score tegen krijgt wordt vervangen.
Doel: De judoka zo lang mogelijk laten knokken.
- Met drieën.
Twee judoka’s beginnen en na 1 min wordt er een judoka gewisseld. (interval judo). - Aanval / verdedigen.
Twee judoka’s beginnen een gevecht. Op teken valt of nr1 aan en verdedigt nr2 en omgekeerd - Opdracht randori.
Deel opdrachtkaartjes uit alleen wat daarop staat mag je doen.
- Kumi-kata randori.
Een van de judoka’s pakt op een bepaalde manier vast en de tegenstander moet daarmee omgaan.